Nederlands Dagblad - Aad Kamsteeg nd.nl/columns – 20 maart 2017

https://www.nd.nl/nieuws/columns/toerist-in-papua.2626820.lynkx

De groep was behoorlijk onder de indruk van de hartelijkheid waarmee de Papoea's in de kerk in Abepura ons, twaalf Nederlandse mannen en vrouwen, welkom heetten. En het was allerminst de enige keer dat Papoea's lieten merken dankbaar te zijn dat wij hen niet waren vergeten. Ons land dat vroeger nauw verbonden was met de nu vrijwel uit het oog verloren Papoea's is nog steeds populair in het vroegere Nieuw-Guinea. Heimwee ..., zeker in vergelijking met het nu al meer dan een halve eeuw functionerende Indonesische regime.

Eerder deze maand kwam ik als begeleider van een groepje toeristen terug van een rondreis langs Biak, Jayapura, Wamena, Sorong en de Raja Ampat eilanden. Meer dan in 2014, toen ik officieel als toerist een toch journalistiek bezoek aan Papua kon brengen (zie het boek Ooggetuige in Papua), moest ik nu ter wille van ons gezelschap elk politiek risico vermijden. Maar moest dat betekenen dat ieder serieus contact met Papoea's moest worden voorkomen?

Ik wil niet al te rechtvaardig zijn. Ik zou bijvoorbeeld best eens naar het dictatoriale Noord-Korea willen, ook al besef ik daar geen schijn van kans te hebben ooit los te komen van staatsbegeleiders. Maar wat Papua betreft, zou ik toch volstrekt onbevredigd terugkomen als ik naast de bergtochten rond Wamena en het snorkelen bij Raja Ampat zou moeten volstaan met een bezoek aan een speciaal voor toeristen ingericht Dani-dorp, met peniskokers en het slachten van een varken en al.

Onverdraaglijk

Waarom wilde ik opnieuw naar Papua? Omdat ik het volk dat slachtoffer is geworden van internationale machts- en belangenpolitiek, in het hart draag. Nederland mag er zich dan op beroemen indertijd een oorlog met Soekarno's Indonesië te hebben voorkomen, die oorlog kwam vervolgens wel op de hoofden van de Papoea's terecht. De sterftecijfers liegen er niet om. Om die reden zou ik het onverdraaglijk vinden terug te komen van een toeristische reis met louter indrukken uit vreedzame dorpjes in de Baliemvallei, het bedrijvige door Javanen en Papoea's bewoonde Jayapura, de koraalriffen bij Raja Ampat en kerkelijk zendingswerk onder de inheemsen. Kennelijk besefte de voor ons vaak niet zo erg geheime dienst dat eveneens. Want ook al deden we niets onoorbaars, we werden wel voortdurend in de gaten gehouden.

Wat we dan wel deden? In de sfeer van gezondheidszorg, landbouw, onderwijs, woningverbetering en economie bezochten we vanuit Nederland gesteunde hulpprojecten, ontmoetten we op vaak natuurlijke wijze Papoea's en kregen we direct en indirect informatie over de mensenrechtensituatie van een volk dat door transmigratie minderheid in eigen land is geworden.

Wat te doen?

Lang niet alle leden van onze groep waren bij voorbaat politiek in Papua geïnteresseerd. Maar in dit land heeft eigenlijk alles te maken met politiek. Daardoor groeide de betrokkenheid, met als speerpunt de vraag wat wij nog voor de Papoea's kunnen doen. Duidelijk werd dat de onafhankelijkheid in het hart van de Papoea's leeft. Maar Indonesië noch de supermachten hebben er enig belang bij hier toe te geven. Daarmee is echter ook weer niet alles gezegd.

Wat betreft de economische ontwikkeling van de Papoea's lijkt president Widodo van goede wil. Anders dan zijn voorgangers zoekt hij hen regelmatig op. Deze maand zal hij een drastisch vergrote, speciaal op Papoeavrouwen gerichte markt in Jayapura openen. Maar tegelijk zijn de militaire belangen zo groot dat een echte doorbraak op het gebied van mensenrechten verhinderd wordt. Daarom zou de Nederlandse op Papua gerichte ontwikkelingshulp niet zozeer via de autoriteiten moeten lopen, maar via particuliere hulpprojecten. En wij, individuele burgers? Goede om steun vragende initiatieven in Papua zijn er genoeg.

En het toerisme? Wie weet volgen er nu meer groepsreizen. Prima. Als ze dan in de eerste plaats de Papoea's maar ten goede komen.