Overleven op een kruitvat.

 

Papoea’s worden op klaarlichte dag doodgeschoten, hun ogen uit de kassen gesneden, dorpen platgebrand, activisten vergiftigd in ziekenhuizen. Al meer dan een halve eeuw woedt in West-Papoea een bloedige strijd voor onafhankelijkheid.
‘Indonesië slacht ons af. En niemand weet ervan.’


door Lennart Hofman, foto’s Andreas Stahl

 

Een zestigtal jongens en meisjes staat doodstil opgesteld naast een stoffig rugbyveldje, diep in de jungle in het grensgebied tussen Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea. Een man in legeruniform wandelt hen langzaam voorbij en kijkt hen één voor één streng in de ogen. Met een dunne stok tikt hij tegen de arm van een jongen van amper 10 jaar oud. Direct gaat die
nog strakker in het gelid staan.
Even verderop ramt een man in een oud voetbalshirtje zijn vuisten in een vast ritme tegen een houten paal. Het getik van zijn knokkels vermengt zich met de uitbundige geluiden van de omliggende wildernis. Het tafereel maakt deel uit van een training van de Organisasi Papua Merdeka, misschien wel de meest primitieve rebellengroep ter wereld. Die strijdt al ruim vijftig jaar tegen Indonesië voor een onafhankelijk West-Papoea, een conflict dat al honderdduizenden levens eiste. Wij zijn de eerste journalisten die dit trainingskamp bezoeken, en dat geeft de mensen in dit uiterst afgelegen deel van de wereld een klein beetje hoop. ‘Als de wereld zou weten wat wij doormaken, had ze ons allang geholpen’, zegt een oude man met een doorgroefd gezicht stellig. ‘West-Papoea is  ons land, maar we worden afgeslacht door Indonesië zonder dat we daar iets tegen kunnen doen, en zonder dat iemand het weet.’

 

Lees verder in de pdf