Wie denkt nog weleens aan de Papoea’s van voormalig Nederlands Nieuw-Guinea? ‘Papoea’s, hoezo?’ Of wat meer toegespitst: Wie heeft weleens medelijden met dit politiek rechteloze volk, dat verpauperde vreemdeling in eigen land dreigt te worden?

Geen idee waar ik het over heb? Nou ja, er is een excuus. Sinds Papua in 1969 provincie werd van de Republiek Indonesië is het gebied gesloten voor buitenlandse journalisten. Jakarta wil er geen pottenkijkers.

Toch reisde ik vorige maand drie weken lang door Papua, met een toeristenvisum weliswaar – ik ben tenslotte gepensioneerd –, maar ik was wel degelijk journalistiek actief. Als toerist genoot ik van het land. Hoogtepunten waren het achterland in te gaan met MAF-vliegtuigjes om een Papoea met verbrijzelde voet op te halen, en landingen in Butiptiri en Boma, voorheen bekend als gereformeerd zendingsgebied. Maar als freelancejournalist had ik veel ontmoetingen met Papoea’s. Ze waren onderwijzer, voorganger, werkloos, verpleegster, maar ik sprak ook met Papoea’s die gemarteld zijn, op de vlucht geslagen of actief in daadwerkelijk verzet.

sterk betrokken

Hoe dat laatste kon? Er zijn in ons land veel Nieuw-Guineaveteranen die nuttige tips kunnen geven. Bovendien ben ik sinds de Papoea’s via een vervalste volksraadpleging onder Indonesië kwamen, sterk betrokken bij dit volk, waarvoor toenmalige GPV’ers nog bereid waren demonstrerend de straat op te gaan. Bevriende Papoea-bannelingen hielpen mij aan contacten en gaven allerlei adviezen, bijvoorbeeld hoe ik de alom aanwezige Indonesische geheime dienst kon ontlopen.

Aanvankelijk was het met het oog op een te schrijven boek de bedoeling de reis samen te maken met vriend en oud-collega, fotograaf Tjerk de Vries. Toen werd hij dodelijk ziek. Aan zijn sterfbed aarzelde ik om ons plan alleen door te zetten. Maar hij herinnerde me eraan dat we niet zozeer voor onszelf zouden gaan, als wel om iets voor de (inter)nationaal vergeten Papoea’s te doen. Zo ging ik toch, nu samen met twee anderen die mij eveneens na aan het hart liggen.

eindstation

De lange voorbereiding viel samen met een andere ontdekkingsreis, in boeken van Tom Wright. Was ik eerder door Tim Kellers Ruim Baan voor Gerechtigheid al overtuigend gewezen op het directe verband tussen besef van genade en het streven naar gerechtigheid, de Britse nieuwtestamenticus werkte in lijn daarmee uit wat het betekent dat Jezus op aarde kwam om zijn koninkrijk te vestigen. Jezus was de schepper van een ‘nieuwe exodus’, met volgelingen die zich inzetten om te helpen helen wat door de zonde gebroken is.

Wat heeft dat met de Papoea’s te maken? Wacht nog even. Christus liet in zijn optreden zien hoe de wereld eruit ziet als God in ons leven de leiding neemt en zijn wil niet alleen in de hemel, maar ook op aarde ‘geschiedt’. Wright hamert erop dat het nooit Gods bedoeling was mensen uit deze schepping te redden, alsof de hemel ons eindstation zou zijn. Nee, uiteindelijk zal de schepping zelf worden gered.

structureel onrecht

Kijk maar naar Jezus. Hij genas zieken, bevrijdde mensen die verslaafd waren aan geld, bekommerde zich om mannen en vrouwen aan de rand van de maatschappij, ging dwars in tegen de tijdgeest. Hij leerde dat men God meer gehoorzaam moet zijn dan mensen, zelfs al vormen die samen de overheid. Volg ik Hem daarin na?

Velen deden dat wel. William Wilberforce vocht om de slavernij afgeschaft te krijgen. Desmond Tutu klaagde de apartheid aan. En in Papua zet de bewonderenswaardige pater Kees de Rooy een rubberproject op om althans enkele Papoea’s te leren wat ondernemen is. Tegelijk is hij niet bang te wijzen op structureel onrecht. Eigenlijk precies zoals Jezus deed: aalmoezen geven en tegelijk een koninkrijk stichten dat niet van, maar wel voor deze wereld is.

vergeten belofte

Papoea’s? Maar er is zo veel lijden in de wereld: Syrië, de CentraalAfrikaanse Republiek, Oekraïne, Noord-Korea. Ja, ieder moet doen wat zijn hand vindt om te doen. Maar in 1962 beloofde de toenmalige premier De Quay de Papoea’s voor Radio Nieuw-Guinea wel dat ‘de gedachten en de beste wensen van het Nederlandse volk u zullen vergezellen. Moge God u bewaren.’

Of God dat laatste zal doen, weet ik niet. Maar die beste wensen is Nederland vergeten. Vandaar die reis naar dat in de steek gelaten volk. Waarover ik hoop te gaan schrijven.

Aad Kamsteeg is oud-buitenlandcommentator van het Nederlands Dagblad en schrijft op deze plaats twee keer per maand een column.

 

 http://www.nd.nl/artikelen/2014/maart/17/ooggetuige-in-papua

 

Aad Kamsteeg

 

Freelance journalist

 

Ooggetuige in Papua