Studenten uit West-Papua betoogden woensdag en donderdag bij de Britse ambassade in Jakarta voor zelfbeschikkingsrecht voor de Papoea’s. Indonesië nam in 1969 via een gemanipuleerde volksraadpleging de macht over in de voormalige Nederlandse kolonie. |foto EPA/Adi Weda

 


Deze verklaring van het Britse parlementslid Andrew Smith vormde jl. woensdagmiddag het sluitstuk van de formele oprichting van de groep 'International Parlementarians for West Papua" in een van de zalen van het Lagerhuis in Londen.

De door Labourafgevaardigde Smith en Lord Harries - lid van het Hogerhuis  en bisschop van Oxford - belegde bijenkomst werd bijgewoond door enkele tientallen in traditionele kleding getooide Papoeaballingen uit Nederland,  Engeland en Papoea Nieuw-Guinea.
Ook presenteerde zich Carcassas Moana Kalosil, parlementslid uit Vanuatu (Green Party), een ministaatje in de Pacific, dat zou  overwegen ,de Indonesische vervalsing van de 'daad van vrije keuze' uit  1969 van de Papoea's voor het Internationale Hof van Justitie in Den Haag  te brengen.
Het initiatief in Londen volgt op het succes dat een soortgelijke  interparlementaire groep indertijd had ten behoeve van het  zelfbeschikkingsrecht van Oost-Timor. ,,Wij slaagden er destijds in in  verschillende landen parlementaire steun te mobiliseren tegen de  Indonesische bezetting van Oost-Timor'', verduidelijkte de eveneens met de  Papoea's sympathiserende Lord Avebury tijdens de samenkomst.
Tot de  concrete suggesties die vervolgens werden gedaan, behoren het opzetten van  een eigen website, het ondernemen van juridische actie en het sturen van  waarnemers  naar West-Papoea dat nog altijd voor journalisten gesloten  gebied is.
De uit Indonesische gevangenschap ontvluchte Benny Wenda - thans  banneling in Engeland - overhandigde de afgevaardigden Andrew Smith en Lord Harries een mini-doodskistje. ,,Dit symboliseert niet alleen het  grote aantal doden als gevolg van het Indonesische bewind onder mijn volk,  maar ook onze opgesloten, onderdrukte stem'', aldus Wenda. ,,Vanaf nu  echter zal, dankzij uw inzet, ons geluid internationaal weer te horen  zijn. Wij, Papoea's, zullen uw namen nooit vergeten.''
Luid applaus volgde toen in dit verband een adhesiebetuiging werd voorgelezen van het  
Amerikaanse Congreslid Patrick Kennedy.

Volkenrechtelijk sterk
Als basis voor de toekomstige politieke actie diende een juridisch betoog  van Melinda Janki, internationaal mensenrechtenadvocaat. Zij verklaarde  dat de zaak van de Papoea's volkenrechtelijk ijzersterk staat.
Niet alleen  is het recht op zelfbeschikking van volken internationaal vastgelegd, maar  bovendien is het de Papoea's met zoveel woorden toegezegd in het Verdrag  van New York in 1962. In het kader van de Verenigde Naties zijn de  voorwaarden omschreven waaraan de uitvoering van dit recht moet voldoen. Zo  zijn  een vrije pers en afwezigheid van enigerlei dwang absolute  vereisten.
De door Indonesië in 1969 toegepaste methode voldeed op geen  enkele wijze aan die internationale standaard. Op die manier zijn de  Papoea's van de ene koloniale macht aan de andere overgedragen. Janki stelde dan ook dat West-Papoea in feite nog steeds de status van  kolonie heeft en wel totdat de inheemse bevolking alsnog het recht op zelfbeschikking heeft uitgeoefend. Daarop zouden de inspanningen van de  internationale groep dan ook gericht moeten zijn.
,,Indonesië is een  bezettende macht die geen recht heeft op de winsten uit de winning van de  natuurlijke rijkdommen van West-Papoea'', aldus Janki. ,,De gelden zouden  de Papoea's ten goede moeten komen, temeer daar de bevolking qua onderwijs  en gezondheidszorg een grote achterstand heeft in te lopen.''